Alverna ontstond in feite pas toen de Franciscanen er in 1886 een klooster bouwden. De monniken zullen zich aangetrokken hebben gevoeld bij dit arme zandige deel van Wijchen dat uit niet meer dan een paar buurtschapjes bestond.
Het begon allemaal met een forse neogotische driebeukige kloosterkerk met trapgevels op de einden van zowel schip als dwarsschip. Heel kenmerkend was de spitse vieringtoren. Inwendig werd op de basementen, kapitelen en pijlers, als enige versiering geglazuurd baksteen aangebracht. Een eenvoud die zo typisch is voor de Franciscanen.
Voormalig Fransicanerklooster
Tegen deze kerk werd een klooster aangebouwd. Eerst was er maar één vleugel. In 1932 werd het sterk uitgebreid. In 1981 werden klooster en kerk afgebroken. Wat er nog van over is, zijn de brouwerij, een groot gedeelte van muur om de kloostertuin en de spitse vieringtoren. Deze kreeg een plek in de tuin, die er gelukkig voor deel er nog is. De naam Alverna verwijst naar de berg La Verna in Toscane, waar Franciscus zijn stigmata (kenmerken van de vijf wonden van Christus) ontving.
Verzorgingshuizen
Voor de ontwikkeling van Alverna was van groot belang dat de Graafseweg, oorspronkelijk een landweg, een steeds grotere rol ging spelen in verbinding Nijmegen-Grave. In 1887 werd aan die weg de molen Schoonoord gebouwd. Op verzoek van de monniken vestigden de Zuster Franciscanessen uit Bennebroek zich in 1929 ook in Alverna. Ook zij bouwden aan de Graafseweg hun klooster Portiuncula, wat ook een verwijzing is naar een belangrijk dorp in het leven van Fransciscus. De Zusters van Bennebroek hebben daar nu hun hoofdvestiging. In plaats van het monnikenklooster zijn er twee verzorgingstehuizen voor religieuze ouderen gekomen Rivo Torto en La Verna. Ook deze namen herinneren aan de stichter van de orde.