Toen de katholieken zich de oude dorpskerk in 1799 wettig konden toe-eigenen, hebben de Winssense hervormden enige tijd gastvrijheid genoten op kasteel Doddendael.
Nieuwe kerk
In 1805 werd de aan de Hoofdstraat gelegen hofstede 'Den Notenboomgaard' aangekocht en ingericht als pastorie voor de predikant Ds. A. Carlier. Deze was samen met de koster-schoolmeester Ludolf van Beem door de gecommitteerden van de Hervormde Gemeente gevolmachtigd om te komen tot de bouw van een nieuw kerkje. Nog in hetzelfde jaar werd een kerkzaal gebouwd van 9 bij 5 meter, opgetrokken in klein-formaat grauw-rode baksteen. De bouwer was aannemer Otto Migchielsen en hij voerde het uit voor de som van 1.448 gulden. De kosten werden betaald uit liefdegiften van de Hervormde Gemeente.