Oorspronkelijk 13e-eeuws
Het oorspronkelijke zaalkerkje met een smal rechthoekig koor stamt waarschijnlijk uit de dertiende eeuw. De romaanse doopvont in de Sint-Victorkerk dateert nog uit die tijd. Begin zestiende eeuw vergrootte men de kerk met twee zijbeuken.
Gekleurde rouwborden
De Sint-Victorkerk heeft de grootste collectie rouwborden in Gelderland. De gekleurde borden uit de zeventiende en achttiende eeuw zijn opgericht voor leden van de adellijke familie Van Bronckhorst-Batenburg. In de Sint-Victorkerk staat ook de grafsteen van Gijsbrecht van Bronckhorst-Batenburg uit 1429. Het is Nederlands oudste ridderzerk.
Tweemaal verwoestingen door oorlog
Tijdens de Nederlandse Opstand tegen Spanje werd de kerk omstreeks 1600 beschoten door de artillerie van stadhouder Maurits van Nassau. Het bombardement vernietigde de toren. Het koor brandde af. Alleen het driebeukige schip en de ingebouwde toren zijn herbouwd (1608-1634).
In de Tweede Wereldoorlog stalen de Duitsers de achttiende-eeuwse luidklokken. Alleen de kleine klok werd teruggevonden en weer in zijn ‘stoel’ gehangen. Van de andere klokkenstoel werd de avondmaalstafel vervaardigd. De naam en leeftijd van de maker van de oorspronkelijke klokkenstoel zijn gegrift in een plank die nu in de entree hangt.
Joodse onderduikers
In de negentiende eeuw werden de toren en de ruimtes ernaast afgescheiden van de rest. De noordelijke ruimte kreeg een schoorsteen, een schuifraam en een aparte toegang en werd ingericht als schoollokaal. Tot de bevrijding in oktober 1944 zaten Ies Spangenthal en Meriam Spangenthal-Pinkhoff ondergedoken in de Sint-Victorkerk. Overdag zaten ze in de kerk en ’s nachts sliepen ze in ‘het schooltje’. Met afgesproken signalen hield het joodse echtpaar contact met de koster in de tegenoverliggende Custerie.
Op het herinneringsbord staat een tekst uit het Bijbelboek Psalmen dat de kinderen van Ies en Meriam uitgekozen hebben. Samen met de kostersvrouw Hermina Cornelia van de Bovenkamp-van der Schie heeft Meriam het in 1984 onthuld.