De villa had stromend water, vloerverwarming, muurschilderingen, en een eigen badgebouw. Het terrein waar de villa op stond, is groter dan het park. Naast de villa staan op het terrein ook een paar schuren en stallen, en daarnaast nog waterputten en moestuinen. Om het terrein staat een schutting. Achter die schutting liggen weides waar koeien en schapen grazen. Het hoofdgebouw ziet er dus wel uit als een villa, maar de rest lijkt erg op een boerderij.
Bouwmaterialen
Aan de hand van de gebruikte bouwmaterialen hebben we een redelijk beeld van de villa. De villa had muren van tufsteen en kalksteen, een dak van dakpannen, zuilen van rode zandsteen en sierlijsten als decoratie. Voor de vloeren en wandversiering werden luxe marmersoorten gebruikt. Met de aanschaf van verschillende steensoorten uit verre streken gaf de eigenaar waarschijnlijk zijn verbondenheid aan met de rest van het Romeinse rijk. Er zijn verschillende soorten dakbedekking gevonden: zowel leisteen als dakpannen. De dakpannen geven een duidelijke relatie aan met Nijmegen. Enkele stempels van het Tiende Legioen (LXG) en van het Benedengermaanse leger (Exercitus Germania Inferior) verraden dat de dakpannen zijn gebakken in de ovens van de Holdeurn in Berg en Dal.
Een veteraan als eigenaar?
Wie de villa-eigenaar was, is onbekend. Er wordt gedacht aan een officier van de Romeinse ruiterij. Er is namelijk een bronzen, bladvormige hanger van paardentuig gevonden. De hanger heeft de inscriptie LEG IX HISP, oftewel het Negende Legioen Hispanorum. De archeologen vonden ook twee menselijke resten. Eén ervan is een deel van een dijbeen van een volwassen persoon uit de Romeinse tijd. In het been zitten vraatsporen, misschien van een hond. De oorspronkelijke bezitter van het dijbeen is na zijn overlijden waarschijnlijk niet begraven. Dat was in de Romeinse tijd erg ongebruikelijk. Ook werd een opperarmbeentje van een baby gevonden. Bestudering van het bot laat zien dat de baby rondom de geboorte is overleden. De kuil waarin het armpje is gevonden, dateert uit de Romeinse tijd en ligt precies onder de rand van een grote schuur of boerderij. Archeologen houden er rekening mee dat de baby daar terecht is gekomen als bouwoffer.
Afvoergoot
Een van de meest opvallende vondsten op het terrein is een 17 meter lange, gemetselde afvoergoot. Waarschijnlijk is het een afvoergoot van het privébad in het hoofdgebouw. De goot is bewaard gebleven en voor een gedeelte overgebracht naar de ontvangstruimte van het gemeentehuis van Beuningen.