Het park van 'De Grote Aalst' is aangelegd in 2012, maar de geschiedenis ervan gaat meer dan 2000 jaar terug. Het park ligt op de plek waar vroeger een Romeinse villa heeft gestaan. De inrichting van het park verwijst naar de archeologische resten die voor een groot deel nog onder de grond zitten. De plek van het hoofdgebouw van de villa is aangewezen als archeologisch monument. Dat betekent dat dit terrein niet bebouwd mag worden en dat archeologen er niet mogen graven.

Tekening van de villa over de opzet van het park Grote Aalst. Op deze afbeelding zie je in rood de sporen die zijn opgegraven.
Opgravingen Romeinse villa Beuningen, de afvoergoot
Bronzen, bladvormige hanger van paardentuig met de inscriptie LEG IX HISP, oftewel het Negende Legioen Hispanorum. Deze vondst is gedaan in 1990 en via de antiekhandel terecht gekomen in Museum Het Valkhof. Bron: Museum Het Valkhof
Vondsten Romeinse villa Ewijk: dakpan tegula neo met hondepoot. De dakpan was een onderdeel van de afvoergoot die op het terrein is gevonden.
Vondsten Romeinse villa: afvoergoot
Close-up afvoergoot Romeinse villa Ewijk
Ligging van de Romeinse villa bij de Waal

De villa had stromend water, vloerverwarming, muurschilderingen, en een eigen badgebouw. Het terrein waar de villa op stond, is groter dan het park. Naast de villa staan op het terrein ook een paar schuren en stallen, en daarnaast nog waterputten en moestuinen. Om het terrein staat een schutting. Achter die schutting liggen weides waar koeien en schapen grazen. Het hoofdgebouw ziet er dus wel uit als een villa, maar de rest lijkt erg op een boerderij.

Bouwmaterialen

Aan de hand van de gebruikte bouwmaterialen hebben we een redelijk beeld van de villa. De villa had muren van tufsteen en kalksteen, een dak van dakpannen, zuilen van rode zandsteen en sierlijsten als decoratie. Voor de vloeren en wandversiering werden luxe marmersoorten gebruikt. Met de aanschaf van verschillende steensoorten uit verre streken gaf de eigenaar waarschijnlijk zijn verbondenheid aan met de rest van het Romeinse rijk. Er zijn verschillende soorten dakbedekking gevonden: zowel leisteen als dakpannen. De dakpannen geven een duidelijke relatie aan met Nijmegen. Enkele stempels van het Tiende Legioen (LXG) en van het Benedengermaanse leger (Exercitus Germania Inferior) verraden dat de dakpannen zijn gebakken in de ovens van de Holdeurn in Berg en Dal.

Een veteraan als eigenaar?

Wie de villa-eigenaar was, is onbekend. Er wordt gedacht aan een officier van de Romeinse ruiterij. Er is namelijk een bronzen, bladvormige hanger van paardentuig gevonden. De hanger heeft de inscriptie LEG IX HISP, oftewel het Negende Legioen Hispanorum. De archeologen vonden ook twee menselijke resten. Eén ervan is een deel van een dijbeen van een volwassen persoon uit de Romeinse tijd. In het been zitten vraatsporen, misschien van een hond. De oorspronkelijke bezitter van het dijbeen is na zijn overlijden waarschijnlijk niet begraven. Dat was in de Romeinse tijd erg ongebruikelijk. Ook werd een opperarmbeentje van een baby gevonden. Bestudering van het bot laat zien dat de baby rondom de geboorte is overleden. De kuil waarin het armpje is gevonden, dateert uit de Romeinse tijd en ligt precies onder de rand van een grote schuur of boerderij. Archeologen houden er rekening mee dat de baby daar terecht is gekomen als bouwoffer.

Afvoergoot

Een van de meest opvallende vondsten op het terrein is een 17 meter lange, gemetselde afvoergoot. Waarschijnlijk is het een afvoergoot van het privébad in het hoofdgebouw. De goot is bewaard gebleven en voor een gedeelte overgebracht naar de ontvangstruimte van het gemeentehuis van Beuningen.