De eerste donderdag na Allerzielen is elk jaar 'Leste Mert', de grote dag voor Druten en het hele Land van Maas en Waal.

Paarden Leste Mert - G. Thelissen
©Martien Pardoel  CC-BY-NC
bron: www.mijngelderland.nl

Bij besluit in 1819 werd het houden van de “Leste Mert” aan de gemeente Druten door Koning Willem I, de koopman-koning, toegestaan. De naam “Leste Mert” geeft aan dat er per jaar meer markten werden gehouden. De laatste, de “Leste Mert” dus, was de belangrijkste. Zo belangrijk, dat meiden en knechten zich verhuurden onder voorwaarde, dat zij met de “Leste Mert” vrij waren. Ook sloten scholen en bedrijven op die dag hun poorten en het huishouden werd op die dag niet gedaan.

Snert eten

Er werd niet gekookt, maar daags- of twee dagen vóór de “Leste Mert” werden grote pannen erwtensoep gemaakt. Dat “Snert” maken en het eten daarvan tijdens de “Leste Mert” is een heilige traditie geworden, in elk rechtgeaard Maas en Waals gezin. Snert en koeienstront zijn onlosmakelijk met de “Leste Mert” verbonden. Zonder deze ingrediënten kan er geen sprake zijn van “Leste Mert”. De drie jaarmarkten waren sterk verbonden met de veehouderij. 

Grote traditie

De 'Leste Mert', die de grootste vee-aanvoer en de levendigste handel kende, is echter tot de dag van heden blijven bestaan en geworden tot een Maas en Waalse traditie, waarvan het verdwijnen ondenkbaar is. Wie eenmaal de sfeer van de 'Leste Mert' heeft geproefd en ondergaan, kan daaraan geen weerstand meer bieden en zal elk jaar op de eerste donderdag na 2 november naar Druten trekken.

Aantrekkingskracht

Al gauw ontstond er door de grote aantrekkingskracht en ontstond er naast de handel in vee, een handel in voor de boerderij belangrijke artikelen, zodat er naast veehouders en handelaren ook zadel- en tuigmakers, klompenmakers, wagenmakers , touwslagers, smeden, mandenmakers e.d. hun waar te koop aanboden. Later kwamen daar de handelaren in huishoudelijke artikelen zoals keukengerei e.d. en stoffenhandelaren bij. De 'Leste Mert' kreeg ook een grote aantrekkingskracht op kwakzalvers, kermisklanten, muzikanten, slom (=snoep)verkopers e.d. Zo ontstond er naast de veemarkt één van 's lands grootste en alom bekende warenmarkten met daaraan verbonden een kermis.

Lees ook over de manier van 'afdingen' onder boeren in Druten: Handjeklap