In de strijd tussen de Republiek der Zeven Provinciën en Spanje was het Land van Maas en Waal frontgebied. De streek was daarvan het slachtoffer. Rovend en plunderend trokken legers van beide partijen door het gebied. De inwoners van Maas en Waal sloegen op de vlucht. Het land en de rivierdijken werden verwaarloosd. De natuur nam de macht over en de rivieren kregen vrij spel. Totdat Jacob Mom ingreep.

Portret van Jacob Mom, door Crispijn van de Passe (1574 - 1637) © Rijksmuseum/CC 1.0
©J. van den Brink  CC-BY-NC
bron: www.mijngelderland.nl

Puiflijk

Jacob Mom werd in 1569 geboren op de hoeve de Grundewaaij in Puiflijk. In 1588 werd hij op negentienjarige leeftijd Ambtman van Maas en Waal. Met zijn benoeming trad hij in de voetsporen van zijn vader Johan en zijn broer Frederik die beiden eveneens Ambtman geweest waren. Jacob voelde zich sterk verbonden met de mensen van Maas en Waal, die net als hij katholiek waren.

Zware tijd

Hij trad aan in een moeilijke tijd. De Tachtigjarige Oorlog tussen de Spanjaarden en de Republiek was in 1581 immers uitgebroken. Hierdoor was de streek lange tijd frontgebied en afwisselend in handen van Spaanse en Republikeinse troepen. Met name de Spaanse huurlingen werden slecht of niet betaald en stroopten brandstichtend en plunderend het gebied af. Ook de Republikeinse troepen moesten door de inwoners van Maas en Waal onderhouden worden.

Verarmd en ontvolkt gebied

Het gebied was daardoor totaal verarmd en nagenoeg geheel ontvolkt. De dijken werden niet meer onderhouden en de rivieren hadden vrij spel. Bij de aanvaarding van zijn ambt trof Jacob Mom dan ook een ‘geheel desolaet ampt van tusschen Maes ende Wael’ waarin hij met ‘groten arbeid en costen’ en ‘bij het beschermen der inwoners dickwils in grote periculen gestelt’ de waterhuishouding en de dijken onder zware omstandigheden weer op orde heeft moeten brengen.

Een groot Maas en Waler

Mom begreep dat het onderhoud en beheer van de rivierdijken niet versnipperd kon blijven over alle afzonderlijke dorpspolders en hun besturen, maar gecentraliseerd moest worden. Hij is er in weerwil van alle tegenwerking en een voortdurend gebrek aan geld, in geslaagd de rivierdijken te herstellen en de dijkring langs de Maas en de Waal tot stand te brengen. Hij trad daarbij zeer eigengereid en keihard op en verplichtte bijvoorbeeld de inwoners van de Maasdorpen te werken aan de Waaldijk en de inwoners van de dorpen aan de Waal om te helpen aan de Maaskant. Zij die weigerden kregen zware boetes opgelegd.

Vijanden

Bovendien liet hij bij wijze van boete het vee van de buurmeester uit het land halen en verkocht dat te Tiel. Dat leverde Mom veel vijanden op in de streek en in Nijmegen, omdat hij het Rijk van Nijmegen dwong tot hoge kosten voor de waterafvoer. Voor Maas en Waal was het werk van Mom een zegen. Hij heeft het beheer van de rivierdijken sterk verbeterd. In dat opzicht is hij een groot Maas en Waler.

Mom is in 1621 geëxecuteerd wegens een aanklacht van majesteitsschennis. Lees voor de andere kant van de held (of landverrader?) Mom het andere verhaal Joep van den Brink hier.