De molen in Hernen vormt een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van de heerlijkheid Hernen. De huidige molen uit 1745 vervangt een houten standerdmolen die teruggaat naar de veertiende eeuw. De heren van Hernen verkregen op den duur vele heerlijke rechten, waaronder het belangrijke wind- of maalrecht.
Het maalrecht wil zeggen dat de boeren van de heerlijkheid verplicht waren hun graan te laten malen op de molen van de heer. De heer eigende zich daarbij bovendien een deel van het meel toe. Zo is het in Hernen ook eeuwen gegaan. In 1745 verving de toenmalige heer van Hernen, baron Jacobus Fernandus Antonius van Steenhuys, de oude molen door een geheel nieuwe beltmolen, die veel meer aan kon.
Van standerd- naar beltmolen
Op een kaart van de heerlijkheid uit 1663 is ook de oude
standerdmolen ingetekend. Het is voor die tijd eigenlijk een
moderne molen, waarbij de hele molenkast met wieken kon meedraaien
in de wind. Deze molen kon al goed in de wind gezet worden. Maar
tijden veranderen. Er kwamen steeds grotere korenmolens. Een heel
belangrijke is de beltmolen. Op vaak nog extra opgehoogde
natuurlijke verhogingen in het landschap werd deze molen, om
optimaal wind te vangen, geplaatst. Ze hadden een zo groot
mogelijke spanwijdte of 'vlucht' van de wieken. In Hernen is de
natuurlijke hoogte waar de standerdmolen op stond in 1745 extra
opgehoogd. Boven de ingang is een stichtingssteen ingemetseld.
Daarop staat:
JaCobUs : De : steenhUys : Is/est : qUI: sIC :Me :
eXtUXt
Dit wil zeggen: Jacobus van Steenhuys heeft me gebouwd.