Een middeleeuwse voorganger
De huidige Sint Andreaskerk staat op de plek van een vroeg-middeleeuwse voorganger die ook gewijd was aan Sint Andreas. Nadat de kerk een lange periode in protestantse handen was, werd het gebouw in 1797 weer rooms-katholiek. Omdat de rooms-katholieke gemeenschap toenam, werd in 1837 het schip van deze kerk afgebroken en vervangen door een waterstaatskerk. Ook deze kerk was op den duur te klein. Het schip werd afgebroken en er kwam een nieuwe kerk. Alleen de middeleeuwse toren bleef nog een tijdje staan.
De nieuwe Sint Andreaskerk
In 1895 werd de eerste steen gelegd voor de nieuwe St. Andreas naar een ontwerp van architect C. Franssen, die veel nieuwe kerken in het gebied ontwierp, bijvoorbeeld de Alphonsus de Liguorikerk in Beneden-Leeuwen en de Sint Annakerk in Bergharen. Opvallend aan de buitenkant van deze neogotische kerk is dat zowel het koor als de zijbeuken zijn geschoord door contraforten. Deze geven extra soliditeit aan het gebouw. Aan de binnenzijde is opvallend dat het middenschip een houten tongewelf heeft. Bijzonder is ook dat de kraagstenen van de pijlers zijn uitgevoerd in witte steen, wat rust geeft aan het geheel. Het orgel in de kerk is een orgel van A.A. Kuerten uit 1846 met bestanddelen van een ouder orgel van Heyneman uit 1777. Rondom de kerk is een begraafplaats met de nodige zerken uit de negentiende eeuw. De kerk geldt als een van de meest zuivere voorbeelden van neogotische kerken rond 1900 .