Alem © Vincent van Zeijst vai Wikimedia Commons, CC BY-SA

Gerrit Verkuil (81 jaar) is geboren en getogen in Bruchem, een klein dorpje (een dorpje of een klein dorp) ten zuidwesten van Zaltbommel. Hij is dus een kind van de regio. Gerrit woont sinds juli 1978 in Alem, een dorp met zo'n 633 inwoners gelegen op een stukje land tussen de Maas en de Waal.

Alem is een van de weinige plaatsen in Nederland die van provincie is verhuisd. Dat wil zeggen, niet het dorp zelf, maar de provinciegrenzen zijn verlegd. Tot begin jaren dertig van de twintigste eeuw lag Alem aan de zuidelijke, Brabantse kant van de Maas (Maasland). Als gevolg van het kanaliseren van de Maas omstreeks 1935, kwam Alem op de noordelijke oever te liggen. Sinds 1958 hoort Alem bij de Gelderse gemeente Maasdriel en valt het ook onder de Bommelerwaard.

Alempop

Alem is een dorp waarin veel gebeurt, ondanks het klein aantal bewoners. Bijna iedere Alemer is wel betrokken bij een of andere vereniging. Een van de bekendste activiteiten in het dorp is. Alempop, een muziekfestival dat sinds 1998 elk jaar plaatsvindt in het tweede weekend van juni. Hier kun je meer lezen over alle verenigingen en activiteiten van het dorp Alem.

Eiland

De Bommelerwaard is omringd door water en dijken en dat maakt het een uniek gebied. Een uniek gebied, maar ook een moeilijk gebied om te wonen en werken. Waarom? De Bommelerwaard heeft van nature grote fluctuaties in het grondwater vanwege de aanwezigheid van de grote rivieren en de ondergrond van zand. Dat maakte dat landbouw in dit gebied een uitdaging was. "De komgronden in de buurt waren arm en de drainage was slecht. Dit zorgde ervoor dat de boeren constant rekening moesten houden hoe het met de waterstand stond.

Vee

In de herfst was er teveel water, terwijl de gronden in het voorjaar weer te droog werden. Men kon dus ook niet veel verbouwen op die gronden. Wel kon je er vooral jongvee en paarden laten grazen. Maar niet het hele jaar door. In mijn jonge jaren waren er veel boerderijen in mijn geboortedorp. Sommige boeren hadden wel 12 verschillende perceeltjes waarop zij 'boerden'. Mijn vader hield vee. Dat moest van tijd tot tijd van het ene stuk grond naar een ander weiland geschaard worden en dan hielp ik mee. Als het vee in de herfst weer naar de stal werd gehaald was dat soms vel over been. Goede melkveehouderij was eigenlijk op de komgronden niet mogelijk. Dat kon alleen in de uiterwaarden," aldus Gerrit.

Lees ook deel 2, 3, 4 en 5 van Gerrit Verkuils verhaal.