Deze tekst maakt onderdeel uit van de special Verbeelding van de Waal, de Waal als barrière, thema Strijd aan de Waal.
Romeinen in het rivierengebied
De Romeinen waren zich al bewust van de strategische betekenis van de grote rivieren. Ze zagen het liefst dat er bevriende volken in dergelijke streken woonden. Zij wezen het tegenwoordige Gelderse rivierengebied daarom toe aan de Bataven, die voordien in midden-Duitsland woonden. In eerste instantie was de Waal, later de Rijn, de noordgrens van hun immense rijk. Deze grens wordt wel aangeduid als Limes (Latijn voor grens). Het rivierengebied werd militair gecontroleerd vanuit een grote legerplaats, een Castra, bij Nijmegen. Bij de Nijmeegse versterkingen ontstond een stad die de naam Ulpia Noviomagus Batavorum droeg.
Romeinse castella aan de Limes
Aan de Rijn zelf bouwden de Romeinen op regelmatige afstand castella, van waaruit de grensrivier in de gaten werd gehouden, en waar hulptroepen gelegerd waren. Ook aan de Waal stonden zulke castella, bijvoorbeeld bij het huidige fort Sint Adries (bij Heerewaarden). Dit was een strategisch punt, omdat hier de twee druk bevaren rivieren Maas en Waal elkaar bijna raakten. Net zo strategisch was het splitsingspunt van Rijn en Waal. Hier stond castellum Carvium. Die bewaakte de door de veldheer Drusus aangelegde dam waarmee de Romeinen de waterverdeling over Rijn en Waal konden sturen. In het hele rivierengebied, en in het bijzonder bij Nijmegen, zijn talloze vondsten gedaan van wapens en helmen die wijzen op het militaire karakter van de toenmalige samenleving.
Middeleeuwse kastelen
Eeuwen later, in de Middeleeuwen, had het geslacht Gelre de controle over een groot deel van het rivierengebied weten te verkrijgen. Dit was een belangrijk deel van hun graafschap, vanwege de hoge bevolkingsdichtheid, de vruchtbare gronden met hoge opbrengsten, de goede transport- en handelsmogelijkheden en de lucratieve tollen die op de rivieren geheven konden worden. Kastelen en versterkte tolhuizen controleerden het rivierengebied. Die kastelen vielen soms direct onder de graaf (vanaf 1339 hertog) van Gelre, maar vaak werden ze gebouwd door zijn vazallen, lokale edelen die een deel van het gebied voor hun heer verdedigden.
Steden aan de Waal
Handelsnederzettingen als Tiel, Zaltbommel en Nijmegen, kregen stadsrechten van de hertog. Ze mochten zich omringen met muren en vestingwerken. Voor de Gelderse hertog betekende dat een extra militair steunpunt aan de Waal envoor de stad een betere veiligstelling van de handelsbelangen.
Bronnen
- Marinus Polak, De oudste grens in Gelderland, hoe de Gelderse Rijn de grens werd van het Romeinse Rijk (In: Gelderland Grensland, 2016).
- Terugblik, De Betuwe op Slot 2003, Jaarboek Stichting Tabula Batavorum.
- Nemokennislink 'Een stalen gezicht'
Vervolg: Tachtigjarige Oorlog aan de Waal