De slachtoffers van de watersnood waren grotendeels aangewezen op liefdadigheid: nationale inzamelingsacties. Geld kwam er onder meer van het zogeheten Amsterdams Fonds. Het fonds zamelde al snel 4,7 miljoen gulden in, een enorm bedrag voor die tijd. Hulp kwam er ook van het R.K. Huisvestingscomité. Dat was noodhulp, maar er kwam ook geld binnen dat het huisvestingscomité overmaakte naar het Amsterdams Fonds.

Petrus Schuyt © Uit: P. Deurloo, Grote Werken.
©Peter Deurloo, historicus en journalist  CC-BY-NC
bron: www.mijngelderland.nl
Watersnoodhuisjes aan de Heerstraat in Maasbommel, anno 2017. © Foto: John Raggers
Barak die diende als noodwoning voor mensen die hun huis waren kwijtgeraakt © Collectie Peter Deurloo/Grote Werken
De Telegraaf voerde een campagne voor getroffenen die niets kregen van de steunfondsen © Telegraaf, via Delpher, CC-BY
De Gelderlander over de grote gevolgen. © De Gelderlander, krantenbank RAN CC-BY

Herstel boerderijen

Maar dat geld kwam in eerste instantie niet terecht bij de zwaarst getroffenen. Het werd eerst besteed aan het herstel van de boerderijen en woningen van de beter gesitueerden. Zij kregen de reparaties gratis in de schoot geworden. Daarna kwamen pas de eigenaars van kleinere huizen aan de beurt. Die kregen echter maar een deel van de kosten vergoed. Voor het grootste deel moesten ze hun nieuwe huis zelf betalen. De regering eiste dat ze een hypotheekakte ondertekenden en de lening voor herbouw aflosten. En dat terwijl er op veel van hun beschadigde of ingestorte huizen al een hypotheek rustte. De woningen die ze waren kwijtgeraakt, waren oud en in slechte staat, redeneerde de regering. Dan paste het niet om hen een nieuw huis te schenken.

Onvrede

Dat alles leidde tot onvrede. Net als het feit dat het herstel traag verliep en lokale bouwers vaak werden gepasseerd. De mensen die ten tijde van de ramp geen eigen woning hadden en leefden in een huurwoning of noodonderkomen, hadden het nog slechter getroffen. De redenering was dat 'wie niets bezat ook niets kon verliezen'. Ze hadden geen recht op een bijdrage uit het rampenfonds. Het was niet eens zo’n grote groep: vijftig gezinnen met tweehonderd kinderen. Arme sloebers, 'sociaal achterlijken' genoemd. Anderhalf jaar na de watersnood waren deze 'vergetenen' nog steeds niet geholpen.

Schuyt

Er waren mensen die zich het lot van deze verschoppelingen aantrokken. De bekendste strijder uit de streek was de Wamelse burgemeester Petrus Schuyt. Hij kwam in 1926 en 1927 vaak huilend thuis van weer een vergadering over de wederopbouw waar de belangen van de allerarmsten werden verkwanseld en gesmoord in ambtelijke regeltjes. De vergeten gezinnen leefden in noodbarakken of zelf in elkaar geflanste. Schuyt overleed in mei 1927, maar zijn naam leefde voort in de acties van mensen die er precies zo over dachten als hij.

Huisjes

Zoals de Gelderse SDAP-gedeputeerde Keurschot en het Amsterdamse Kamerlid Ketelaar. Hun doel was ongeveer een ton in te zamelen, voldoende om ook de vergetenen van een huisje te voorzien. Ze kregen steun van De Telegraaf, de krant die al eerder met succes actie had gevoerd voor getroffenen die hun hypotheken niet konden afbetalen. Journalist Henri van Wermeskerken schreef in 1927 verhalen over het droevig lot van de vergetenen, geïllustreerd met dramatische prenten van tekenaar Louis Raemaekers. Het leidde tot Kamervragen, maar het regeringsstandpunt bleef onbuigzaam. De actie van De Telegraaf leverde wel geld op: binnen enkele weken was er meer dan een ton ingezameld.

Burgemeester Schuytstichting

Keurschot zette door en richtte in januari 1928 samen met Van Wermeskerken de Burgemeester Schuytstichting op. De bouw van de huizen werd door de diverse gemeentebesturen in het getroffen gebied getraineerd. Ze zagen de initiatiefnemers als socialistische buitenstaanders. De R.K. Werkliedenvereniging waarschuwde de getroffenen geen huis aan te nemen van de 'rooien'. Maar de Schuytstichting kocht grond in Wamel, Beneden-Leeuwen, Maasbommel, Dreumel en Puiflijk. Begin 1928 bouwde ze er in totaal 46 huisjes.

Bronnen en verder lezen: