In vader's voetsporen
Jacob Mom is een waterstaatsheld. Toch draait zijn leven uit op een tragedie. Jacob Mom wordt in 1569 geboren in Puiflijk. In 1588, Jacob is dan 19, wordt hij ambtman van Maas en Waal. Een hoge positie, vergelijkbaar met die van een graaf. De functies van dijkgraaf en hoogste rechter en bestuurder in het gebied zijn er in verenigd.
Hij treedt in de voetsporen van zijn vader Johan die van 1569 tot 1574 - als hij wordt vermoord -, ambtman is. Ook zijn broer Frederik gaat hem voor als ambtman. Jacob voelt zich sterk verbonden met de mensen van Maas en Waal, die net als hij katholiek zijn.
Verarmd en ontvolkt
De tijd waarin hij aantreedt, is een moeilijke. De streek lijdt onder de Tachtigjarige Oorlog. Ze is lange tijd frontgebied en is afwisselend in handen van Spaanse en Republikeinse troepen. De Spaanse huurlingen worden slecht of niet betaald en stropen brandstichtend en plunderend het gebied af. De inwoners moeten ook de Republikeinse troepen onderhouden. Het gebied raakt daardoor totaal verarmd en nagenoeg geheel ontvolkt. De dijken worden niet meer onderhouden en de rivieren hebben vrij spel.
Jacob Mom treft een ‘geheel desolaet ampt van tusschen Maes ende Wael’ aan, waarin hij met ‘groten arbeid en costen’ en ‘bij het beschermen der inwoners dickwils in grote periculen gestelt’ de waterhuishouding en de dijken weer op orde moet brengen.
Maurits en protestantisering
Ook in een ander opzicht zijn de tijden zwaar. Stadhouder Maurits voert een agressief beleid van protestantisering. Overheidsfuncties gaan naar protestanten. Katholieken moeten zich bekeren, anders volgt ontslag. Mom, een ambtman van katholieken huize schippert tussen de katholieke bewoners en de protestantse graven in Nijmegen en stadhouder prins Maurits in Den Haag. Vandaar dat deze overheden hem beschuldigen van ‘onachterhaalbaar fluctuerende’ loyaliteiten.
Dijken hersteld
Hij slaagt erin de rivierdijken te herstellen en de dijkring weer te sluiten. Ondanks alle tegenwerking en voortdurend geldgebrek. Hij treedt zeer eigenzinnig en keihard op. Hij verplicht bijvoorbeeld de inwoners van de Maasdorpen te werken aan de Waaldijk en vice versa. Weigeraars krijgen zware boetes. De buurmeester van Appeltern wordt zelfs op aandringen van Mom door de rechtbank te Bergharen ter dood veroordeeld. Het vee van de buurmeester verkoopt hij. Het levert Mom veel vijanden op in de streek en in Nijmegen omdat hij het Rijk van Nijmegen dwingt tot hoge kosten voor de waterafvoer. Voor Maas en Waal is het werk van Mom een zegen. Hij verbetert het dijkbeheer enorm.
Landverrader
Desondanks gaat hij als landverrader de geschiedenis in. In 1606 probeert Mom Tiel in handen te spelen van de Spanjaarden. Waarom weten we niet. Zelf noemt hij als reden de voortdurende tegenwerking door de Nijmeegse burggraaf en de ambtman van Over-Betuwe. Will hij Tiel behoeden voor beleg en plundering? Is het zijn loyaliteit met het katholicisme?
Wat zijn motief ook is, hij stelt de Spanjaarden voor belangrijke republikeinen thuis uit te nodigen en op te sluiten in zijn kelder. De brief aan de Spaanse bevelhebber De Spinola over dit plan, wordt echter onderschept: Plan mislukt. Pas vijftien jaar later, in 1621, laat Maurits hem oppakken. Maurits wil wellicht via een katholiek landverrader alle katholieken verdacht maken. Mom schrijft in de gevangenis een volledige bekentenis waarin hij ‘met grote beschaemptheid’ toegeeft dat hij ‘den duvel dien ik syn inbeeldinge niet genoch heb wederstaen’. Mom wordt vanwege majesteitsschennis in 1621 in Den Haag geëxecuteerd.